Beleidskader
De kwaliteitstoestand van de openbare ruimte heeft in Deventer veel aandacht van de burgers en het bestuur. Dit is niet vreemd aangezien de kwaliteitstoestand van deze ruimte de beleving en het veiligheidsgevoel van de gebruikers sterk beïnvloedt. De beleving van de burgers wordt tweejaarlijks onderzocht met de leefbaarheidsmonitor. Binnen dit onderzoek is een specifieke indicator opgenomen voor verloedering van de fysieke ruimte, die direct beïnvloed wordt door de staat van onderhoud. In de programmabegroting hebben wij verschillende beoogde maatschappelijke effecten gesteld, die onder andere betrekking hebben op het belevingsaspect.
Het basis onderhoudskwaliteitsniveau is de minimale kwaliteit die wij als gemeente de inwoners willen bieden. Waar mogelijk maken we gebruik van de beeld meetlatten die het CROW heeft ontwikkeld (landelijke systematiek). Deze kwaliteitsniveaus variëren van zeer hoog (A+) tot zeer laag (D). Deventer baseert de basiskwaliteit op 4 criteria:
- Minimale technische of wettelijke eisen;
- Kapitaalvernietigingsniveau;
- Leefbaarheid;
- Functionaliteit.
De basiskwaliteit is vastgelegd in het ‘Uitvoeringsprogramma visie Leefomgeving’ dat is september 2016 door het college vastgesteld. Op deze basiskwaliteit kan een plus worden gezet door de samenleving / inwoners dan wel door aanvullend (eenmalig) gemeentelijk budget. Om hieraan te voldoen worden diverse tools ingezet waarvan de belangrijkste zijn, het calamiteitenonderhoud, het regulier verzorgend en klein onderhoud en het groot onderhoud volgens het periodiek vast te stellen Meerjarig Onderhoudsprogramma (MJOP). Maar al deze onderhoudsinspanningen kunnen uiteindelijk niet voorkomen dat er objecten (kapitaalgoederen) het einde van hun levensduur bereiken en vervangen moeten worden. Om deze hele cyclus, financieel goed in beeld te brengen stellen we nu een nota kapitaalgoederen op die eind 2022 aan de raad kan worden gepresenteerd. De resultaten daarvan kunnen gebruikt worden in de aanloop naar de Voorjaarsnota 2023 inclusief meerjarig perspectief.
Nota Kapitaalgoederen
De waarde van de openbare ruimte bedraagt circa €1,6 miljard. Deze openbare ruimte is voor een groot deel aangelegd met eenmalige middelen (grondexploitaties bij nieuwbouw en subsidies). Er zijn daarbij geen middelen gereserveerd om bij einde levensduur deze openbare ruimte te kunnen vervangen. Op enig moment bereikt deze openbare ruimte, of delen daarvan, onvermijdelijk het einde van haar levensduur en zal dus vervangen moeten worden. Dat betekent logischerwijs dat bij einde levensduur altijd nieuwe middelen gevonden moeten worden om vervanging te kunnen dekken. Periodiek zal dus gekeken moeten worden of de middelen die voor vervanging gereserveerd zijn nog aansluiten bij de opgave. Dat gebeurt in de vorm van een nota kapitaalgoederen.
In deze nota kapitaalgoederen kijken we niet alleen naar de vervangingsopgave maar ook naar de onderhoudsopgave. Daarmee geeft de nota kapitaalgoederen meerjarig inzicht in de stand van zaken van alle elementen die onderdeel uitmaken van de leefomgeving Constatering is dat de beschikbare middelen momenteel met name worden ingezet in het voorkomen kapitaalvernietiging en het garanderen van de veiligheid van de leefomgeving. Als voorbeeld kan de afweging bij het onderhouden van de wegen worden benoemd. Kapitaalvernietiging kan met name bij asfaltverhardingen optreden als daar niet tijdig onderhoud aan wordt gepleegd. We zetten daar dan ook stevig op in. Dat is te zien aan de kwaliteit van ons hoofdwegennet. Door deze keuze voor asfaltverhardingen zijn er minder middelen beschikbaar voor het onderhouden van de elementenverhardingen en daarmee voor de buurtgerichte aanpak in het MJOP. We merken dat we hier veel minder kunnen realiseren dan noodzakelijk. We garanderen hier wel een veiligheidsniveau door in te zetten op klein onderhoud en veiligheidsonderhoud.
In de nota kapitaalgoederen wordt ook rekening gehouden met trends en de ontwikkelingen die invloed hebben op de inrichting en het beheer en onderhoud van de Leefomgeving en de benodigde middelen voor de komende jaren. Naast de forse inflatieontwikkeling die in 2022 plaatsvindt zijn er ook nog andere uitdagingen die we aan moeten gaan. Denk daarbij onder andere aan:
- De energie- en warmte-transitie -opgaven die gevolgen hebben voor de gebouwde fysieke leefomgeving;
- De circulaire en duurzame samenleving die steeds meer het handelen in en de inrichting van de fysieke leefomgeving beïnvloedt.
Areaalaccres
Binnen de begroting wordt meerjarig rekening gehouden met een toename van het te onderhouden areaal. Zeker gezien de groeiambities van de gemeente zullen de meerjarig gereserveerde middelen voor het areaalaccres de komende jaren waarschijnlijk moeten worden opgehoogd. Mede gezien de forse inflatieontwikkeling in 2022 gaan we de financiële normeringen voor bepaling van het toekomstig areaal accres herijken.
Taakveld 2.1 verkeer en vervoer
Straten, wegen en pleinen
In 2023 wordt bijna 5,5 miljoen m2 areaal aan straten, wegen en pleinen beheerd.
De middellange termijn vervangingsopgave wordt in de nota kapitaalgoederen in beeld gebracht. In deze nota wordt ook de onderhoudsopgave afgezet tegen het beschikbare budget.
Het beleid is erop gericht om de planning en de financiële dekking zoveel mogelijk af te stemmen op infrastructurele ontwikkelingen (herstructurering en aanpassingen in het kader van de hoofdwegenstructuur) die onder andere programma’s plaatsvinden. Als voorbeeld kan de uitvoering van groot onderhoud in het Oranjekwartier worden genoemd dat aansluit bij de woningbouwontwikkeling in deze buurt.
Het hele jaar wordt ingezet op het voorkomen van onveilige situaties door het plegen van calamiteitenonderhoud dat vaak door meldingen van onze inwoners gevoed wordt. In een cyclisch proces wordt klein onderhoud eveneens het hele jaar door uitgevoerd waarbij per buurt jaarlijks een inspectie en onderhoudsronde plaats vindt.
Jaarschijf 2023 van het MJOP-MIND 2023-2026 wordt gerealiseerd. In het buitengebied gaan we verder met het vervangen van asfalt door beton op diverse fietspaden. We gaan door met de buurtaanpak in de Rivierenwijk, in de Tjoenermarke en in het Oranjekwartier. Voor de buurten Zandweerd Noord en Tuindorp is een buurtagenda opgesteld waar de eerste fasen van in uitvoering gaan brengen.
Straatreiniging
Om de zone van de IJsseloevers tussen de bruggen meer geschikt te maken voor recreatieve doeleinden is een beheerplan opgesteld. Op basis van dit beheerplan zijn middelen beschikbaar.
Civieltechnische kunstwerken en haven gebonden constructies
De vervangingsopgave en de onderhoudsopgave worden via de nota kapitaalgoederen in beeld gebracht.
In 2021 is gestart met het vervangen van 7 houten bruggen. Dit wordt in 2023 afgerond. In 2021 is een meerjarig bestek voor groot onderhoud op de markt gebracht. In 2023 wordt dit bestek voortgezet.
Er zijn onderhoudscontracten met Het Groenbedrijf en Circulus om het hele jaar door klein en verzorgend onderhoud te plegen. Het onderhoudsbeleid is erop gericht de objecten zo te onderhouden dat de betrouwbaarheid van het functioneren van de infrastructuur voldoende groot is.
Openbare verlichting
Het gehele klein en verzorgend onderhoud is ondergebracht in een meerjarig onderhoudsbestek dat eens per 4 jaar op de markt wordt gebracht. Dat bestek voorziet er in dat minimaal 98% van de verlichting in de hele gemeente altijd functioneert.
Het onderhoud zal ook in 2023 conform het vastgestelde uitvoeringskader plaatsvinden.
Jaarlijks wordt een deel van de openbare verlichting vervangen. Dat gebeurt tegenwoordig altijd met LED verlichting. Inmiddels bestaat ca. 28 % van de openbare verlichting uit LED verlichting. De transformatie naar ledverlichting gaat relatief langzaam door de lange levensduren die gehanteerd worden. Gestreefd wordt naar het voorkomen van kapitaalvernietiging.
Ontwikkelingen op het gebied van SmartCity en de komst van 5G kunnen er voor gaan zorgen dat het areaal aan openbare verlichting in de nabije toekomst aanvullende functies gaat krijgen. De financiering, dekking en vervangingssystematiek zal op dat moment ook aan de orde komen. Een voorbeeld van een andere functie is het wetsvoorstel waarmee, als het doorgaat, geregeld gaat worden dat gemeenten dienen te gedogen dat 5G antennes ondergebracht moeten kunnen worden in gemeentelijke infrastructuur zoals lichtmasten. Ook is het mogelijk dat de verlichting gecombineerd gaat worden met laadinfrastructuur.
Taakveld 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie
Groen, natuur en recreatie
Het zwaartepunt bij openbaar groen ligt in het dagelijks onderhoud. Het openbaar groen zal op kwaliteitsniveau B (heesters, bodembedekkers, veiligheid bomen) en C (overig groen) worden onderhouden.
De snoeicyclus van bomen is de afgelopen jaren bijgesteld. Er wordt nu een cyclus van 3 jaar gehanteerd waarbij alleen die bomen gesnoeid worden waarbij dat noodzakelijk is. Om te kunnen vaststellen in hoeverre snoeien noodzakelijk is, vindt een uitgebreidere Boom Veiligheid Controle (BVC+) plaats. Hierdoor kan tijdig worden bijgestuurd en worden tekortkomingen/ziektes snel gesignaleerd. Het digitaal vastleggen van de BVC+ keuring en eenduidige wijze (uitgangspunten Handboek Bomen) zorgt voor meer inzicht in snoeibeelden en ontwikkeling bomen en daardoor een betere voorspelbaarheid.
De werkzaamheden worden uitgevoerd door Het Groenbedrijf binnen de kaders van een vastgestelde dienstverleningsovereenkomst en het bijbehorende onderhoudsbestekken.
De vervangingsopgave wordt in beeld gebracht via de Nota kapitaalgoederen. Indien vervanging noodzakelijk is, kiezen we waar dat functioneel mogelijk is, voor een laagwaardiger kapitaalgoed waardoor minder onderhoudsbudget nodig is.
In het coalitieakkoord is besloten om de systematiek van laanboomverjonging weer terug te brengen naar de oude situatie. In 2023 geven we hier invulling aan.
Openbare speelgelegenheden
in 2023 gaan we bekijken of het huidige speelbeleid nog wel voldoet en wordt tevens bekeken hoe we met de diverse betrokken partijen verder willen. De maatschappelijke inzichten hierover zijn aan het veranderen dus we zullen ook in Deventer moeten kijken of ons beleid aangepast of bijgesteld moet worden.
Taakveld 7.2 Riolering
Het beleid voor riolering en waterbeheer ligt vast in het gemeentelijk rioleringsprogramma (GRP) 2023-2026. In het GRP zijn doelen opgenomen die het functioneren van het gehele stelsel moeten garanderen. Het GRP is zo opgesteld dat het functioneert als een uitvoeringsprogramma onder de Omgevingswet.
Voor 2023 zijn er geen aanwijzingen dat de kwaliteit van het onderhoudsniveau zal afwijken van hetgeen in het GRP is vastgelegd. Er wordt gewerkt met een jaarplanning waarin alle onderhoudsmaatregelen die noodzakelijk zijn aan de riolering en het afwateringsysteem door het hele jaar gepland zijn. Het klein en verzorgend onderhoud aan rioolgemalen, pompputten en bergbezinkbassins is ondergebracht in meerjarige onderhoudsbestekken die eens per 4 jaar op de markt worden gebracht.
In 2023 en verder zal het beheer van de riolering en de waterhuishouding zodanig worden uitgevoerd, dat de openbare ruimte, waarin de riolering zich bevindt, kan worden onderhouden op de vastgestelde onderhoudskwaliteitsniveaus.
De investeringsbehoefte wordt geprogrammeerd via het MJOP-MIND. De investeringen worden gedekt door de hieruit voorkomende kapitaallasten op te nemen in de exploitatiebegroting en te dekken via de rioolheffing.