Samenvatting
Deze paragraaf bevat de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille en geeft inzicht in de rentelasten, het renteresultaat, de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend en de financieringsbehoefte.
De uitgangspunten in het Treasurystatuut beperken de risico's. Zo worden enkel nieuwe langlopende leningen aangetrokken overeenkomstig de daadwerkelijke financieringsbehoefte, zoals die gedurende het jaar wordt gemonitord. De looptijd van deze leningen worden afgestemd zodanig dat het herfinancieringsrisico wordt gespreid. Tijdelijke tekorten in de beschikbare liquiditeit worden opgevangen via kasgeldleningen en de bestaande kredietlimiet op de rekening-courant.
Daarbij wordt het risico beperkt door deze financieringsvorm niet te gebruiken voor structurele financieringsbehoeften, conform de kasgeldlimiet.
Het aantrekken van nieuwe leningen kan op ieder moment plaatsvinden voor zover dit nodig is om voldoende beschikbare liquide middelen te kunnen waarborgen, met inachtneming van de bevoegdheden uit het Treasurystatuut.
Jaarlijks wordt als onderdeel van het Treasuryplan een doorvertaling gemaakt van de meerjarenbegroting naar de financieringsbehoefte. Hierbij dient te worden opgemerkt dat deze inschatting gedurende het jaar kan worden bijgesteld op basis van tussentijdse begrotingswijzigingen, investeringsplanningen en overige relevante ontwikkelingen.
De gemeente Deventer hanteert het principe van integrale financiering, waarbij de rentelasten voor de leningen intern worden doorbelast aan de vaste activa. Het omslagrente percentage hiervoor bedraagt in 2023 2,3%. De rente voor de grondexploitatie kent een andere berekeningswijze en bedraagt in 2023 2,61%. Vanwege de stijgende marktrente en het aflopen van een aantal oudere leningen met een relatief hoge rente, is de verwachting dat de rentekosten de komende jaren weer gaan stijgen.
Beleidskader
Het Treasurybeleid van de Gemeente Deventer is vastgelegd in het Treasurystatuut. De laatst vastgestelde versie van het statuut is uit 2021. Hierbij is rekening gehouden met alle van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Aanvullend is een beleidskader “Verlenen van garanties en het verstrekken van geldleningen” uit 2020 van toepassing.
Het Treasurystatuut beschrijft de uitgangspunten en bevoegdheden die de gemeente hanteert op het gebied van financiering, beleggingen, rentemanagement, liquiditeitenbeheer en de financiële logistiek. Deze zijn gebaseerd op de volgende doelstellingen:
- het waarborgen van een blijvende toegang tot de kapitaalmarkt teneinde de beschikbaarheid over voldoende financiële middelen zeker te stellen;
- het beheersen van financiële risico’s (renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s);
- het realiseren van zo laag mogelijke kosten (rente, provisies en kosten van het betalingsverkeer) en het zekerstellen van voldoende liquiditeit.
In de praktijk betekent dit dat complexe en risicovolle producten worden vermeden. Er worden enkel onderhandse leningen aangegaan bij financiële instellingen in de euro valuta. De gemeente verstrekt alleen leningen in het kader van de publieke taak. Tijdelijke overtollige liquiditeiten worden ondergebracht bij het schatkistbankieren van de Rijksoverheid.
Het Treasurybeleid heeft geen winstoogmerk. Uitgangspunt is dat alle rentelasten intern worden doorbelast aan de investeringen voor onder andere grondexploitaties, kapitaalgoederen en deelnemingen en leningen aan verbonden partijen. Hiervoor wordt jaarlijks een omslagrente bepaald waarmee een neutraal renteresultaat kan worden bereikt.
Voor de beheersing van risico’s dient de gemeente te voldoen aan een aantal limieten:
- Renterisiconorm: het totale bedrag aan langlopende schulden wat in een kalenderjaar wordt afgelost of een renteherziening kent mag maximaal 20% bedragen van de totale gemeentebegroting;
- Kasgeldlimiet: het totale bedrag van kortlopende schulden (na aftrek van vlottende middelen) mag maximaal 8,5% bedragen van de totale gemeentebegroting;
- Norm schatkistbankieren: het totale bedrag aan liquide middelen dat buiten de schatkist wordt aangehouden bedraagt niet meer dan 2% van het begrotingstotaal.
In het treasurystatuut is bepaald dat periodiek (in het 2de en 4de kwartaal) en jaarlijks in de jaarrekening verantwoording wordt afgelegd aan de raad inzake de treasury-activiteiten. Voorafgaand daaraan wordt in de Paragraaf Financiering van de begroting het voorgenomen beleid toegelicht.
Huidige liquiditeit- en rentepositie
De huidige liquiditeit- en rentepositie van de gemeente kent geen bijzonderheden. De gemeente beschikt over voldoende liquide middelen en een stabiele toegang tot financiering. De rente op de geldmarkt en kapitaalmarkt zijn gestegen, waardoor de rentelasten zijn gestegen ten opzichte van de raming in de begroting 2022-2025. Renterisico’s bevinden zich binnen de wettelijke normen.
Financieringsstrategie
Gegeven de doelstellingen van het Treasurystatuut worden enkel nieuwe langlopende leningen aangetrokken overeenkomstig de daadwerkelijke financieringsbehoefte, zoals die gedurende het jaar wordt gemonitord. Tijdelijke schommelingen in de beschikbare liquiditeit worden opgevangen via de bestaande kredietlimiet op de rekening-courant ter hoogte van € 28 miljoen. Het aantrekken van nieuwe leningen kan op ieder moment plaatsvinden voor zover dit nodig is om voldoende beschikbare liquide middelen te kunnen waarborgen, met inachtneming van de bevoegdheden uit het Treasurystatuut. Bij de keuze voor de rentevaste looptijd wordt rekening gehouden met de renterisiconorm en het verschil in rentelasten bij de verschillende looptijden. Jaarlijks wordt als onderdeel van het Treasuryplan een doorvertaling gemaakt van de meerjarenbegroting naar de financieringsbehoefte. Op basis hiervan wordt een inschatting gemaakt van de benodigde aan te trekken financiering.
Rentevisie
De gemeente maakt voor de rentevisie onder andere gebruik van Thesor Marktperspectief en AFS Marktupdate. De meest recente edities (augustus/september 2022) gaat uit van een verhoogd niveau van de kapitaalmarktrente als gevolg van de gestegen inflatie, slechtere economische vooruitzichten en het beleid van de ECB. Probleem voor de ECB is dat inflatiecijfers steeds tegenvallen, maandelijkse inflatiecijfers overtreffen stelselmatig
de verwachtingen. Op dit moment heeft de markt (nog) vertrouwen in het (op termijn) behalen van de 2% doelstelling van de ECB. De rente voor een 10 jaar lineaire lening voor gemeenten bedraagt ongeveer 2,4% en voor 20 jaar lineaire leningen 2,7% (september 2022).
Langlopende geldleningen (> 1 jaar)
Onderstaande tabel toont een overzicht van de langlopende schulden. Zoals in de tabel zichtbaar is stabiliseert de leningenportefeuille zich. Dit wordt voor een belangrijk gedeelte veroorzaakt door geraamde opbrengsten in de grondexploitatie die de nieuwe investeringen kunnen financieren. Daarnaast kan een gedeelte van de contractuele aflossingen worden opgevangen vanuit de beschikbare overliquiditeit. Hierbij dient te worden opgemerkt dat deze inschatting gedurende het jaar kan worden bijgesteld op basis van gewijzigde inzichten in de meerjarige kasstromen op basis van tussentijdse begrotingswijzigingen, investeringsplanningen en overige relevante ontwikkelingen.
(bedragen x €1 miljoen) | ||||||
Leningenportefeuille | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||
Stand per begin jaar | 199,9 | 193,5 | 195,1 | 181,2 | ||
Contractuele aflossingen | 16,4 | 38,4 | 21,9 | 17,6 | ||
Nieuwe leningen | 10,0 | 40,0 | 8,0 | 16,0 | ||
Stand per einde jaar | 193,5 | 195,1 | 181,2 | 179,5 |
Kortlopende schulden (< 1 jaar)
De gemeente beschikt over een krediet op de rekening-courant met een maximum van €28 miljoen. Deze wordt gebruikt om schommelingen in het rekeningsaldo op te vangen en is in de afgelopen jaren toereikend geweest. In de begroting is het uitgangspunt dat dit ook de komende jaren het geval is.
Samenstelling bestaande leningenportefeuille
Onderstaande tabel toont een overzicht van de leningen die zijn verstrekt in het kader van de publieke taak. Door contractuele aflossingen neemt het saldo van de openstaande leningen ieder jaar af. In dit overzicht zijn geen nieuwe leningen opgenomen. Nieuwe leningen kunnen met instemming van de Gemeenteraad worden verstrekt op het moment dat een financieringsverzoek aan de orde is. Nieuwe aanvragen worden getoetst met inachtneming van de door de raad vastgestelde beleidsnota “Verlenen van garanties en verstrekken van geldleningen” uit 2020.
(bedragen x €1 miljoen) | ||||
Leningenportefeuille | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
Stand per begin jaar | 19,1 | 18,1 | 17,4 | 16,6 |
Contractuele aflossingen | 1,0 | 0,8 | 0,8 | 0,7 |
Nieuwe leningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stand per einde jaar | 18,1 | 17,4 | 16,6 | 15,8 |
Onderstaande tabel toont een overzicht van het uitstaand saldo per tegenpartij (beginstand begrotingsjaar).
(bedragen x €1 miljoen) | |
Tegenpartij | Uitstaand saldo |
NV Sportbedrijf | 12,69 |
Go Ahead Eagles | 3,96 |
Enexis Holding | 1,35 |
SVN | 0,20 |
Stichting MiMiK | 0,49 |
WDW Escohold | 0,42 |
Deventer Hockey Vereniging | 0,02 |
Totaal | 19,12 |
Interne rentedoorberekening
Het financieringsbeleid van de gemeente gaat uit van integrale financiering. Uitgangspunt is dat het taakveld Treasury een neutraal renteresultaat kent, wat bereikt wordt door de rentelasten van de gemeente door te belasten aan de gemeentelijke investeringen op de diverse programma’s.
De rente die voor deze doorberekening wordt gebruikt is de omslagrente. De omslagrente wordt doorberekend aan alle vaste activa en voorraden op de balans op basis van de voorschriften van de BBV-richtlijn Rente uit 2017. De enige uitzondering hierop vormen de grondexploitaties, waarvoor conform de BBV-richtlijn Grondbeleid uit 2019 een andere rekenmethodiek geldt. Bij de bepaling van de rentelasten worden niet alleen de externe rentelasten meegenomen, maar ook de rentebaten op verstrekte leningen en de interne rentetoerekening aan reserves en voorzieningen.
Het omslagrente percentage hiervoor bedraagt in 2023 2,3%. De rente voor de grondexploitatie kent een andere berekeningswijze (conform het BBV) en bedraagt 2,41%. Bij het opstellen van de jaarrekening wordt nagegaan of de afwijking tussen de vooraf bepaalde omslagrente en de daadwerkelijke gemiddelde rentelasten meer dan 25% bedraagt. In dat geval vind correctie plaats. De bijschrijving van rente voor de grondexploitaties vindt altijd op basis van de gerealiseerde rentelasten plaats.
De verwachting dat de rentelasten de komende jaren zullen stabiliseren. Jaarlijks wordt bij het opstellen van de begrotingsrichtlijnen vastgesteld of het rentepercentage wordt bijgesteld.
Verwachte renteresultaat
Onderstaande tabel toont de prognose van het rente resultaat op basis van de meerjarenbegroting 2023-2026. Het werkelijke renteresultaat kan afwijken door verschillen in de externe rentelasten en -baten en de omvang van de balansposities waaraan de omslagrente wordt doorberekend. Deze verschillen worden verrekend met de generieke weerstandsreserve.
(bedragen x €1000) | ||||
Renteresultaat | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
Rentelasten | ||||
Rente korte financieringsmiddelen | - | - | - | - |
Rente langlopende geldleningen | 7.233 | 6.887 | 6.673 | 6.406 |
Rente toegerekend aan eigen vermogen | 552 | 514 | 485 | 445 |
Rente toegerekend aan voorzieningen | 954 | 797 | 684 | 698 |
Totaal lasten | 8.739 | 8.198 | 7.842 | 7.549 |
Renteopbrengsten | ||||
Doorberekening aan grondexploitaties | 2.271 | 1.161 | 671 | 546 |
Doorberekening aan activa (omslagrente) | 7.048 | 7.582 | 7.746 | 7.756 |
Totaal opbrengsten | 9.319 | 8.743 | 8.417 | 8.302 |
Renteresultaat (excl rentemarge) | 580 | 545 | 575 | 753 |
Rentemarge op verstrekte leningen | 186 | 175 | 164 | 154 |
Renteresultaat (incl rentemarge) | 766 | 720 | 739 | 907 |
lnleiding
De belangrijkste risico’s gerelateerd aan de Treasuryfunctie zijn renterisico, liquiditeitsrisico en kredietrisico. Deze paragraaf beschrijft de wijze waarop de gemeente Deventer deze beheert en welke normen hierbij gehanteerd worden.
Renterisico op langlopende financiering
Schommelingen in de rente kunnen resulteren in afwijkingen in de rentelasten die de gemeente jaarlijks dient te betalen. Met name bij herfinanciering van aflopende leningen of contractuele renteherziening kan een verschil in de oude en nieuwe rente tot fors hogere rentelasten leiden. Renterisico kan zowel voortkomen uit de aangetrokken leningen als de verstrekte leningen.
De renterisico’s op de langlopende financieringsmiddelen worden ingekaderd door de renterisiconorm. De renterisico’s worden beperkt doordat renteherziening en herfinanciering niet hoger mag zijn dan 20% van de totale lasten op de begroting. Het doel van de renterisiconorm is het spreiden van de renterisico’s van de leningenportefeuille waardoor een verandering in de rente vertraagd doorwerkt in de rentelasten van de gemeente.
Bij een begroot lastentotaal van circa € 400 miljoen bedraagt de renterisiconorm €80 miljoen. Dat wil zeggen dat jaarlijks maximaal €80 miljoen aan langlopende leningen mag worden geherfinancierd c.q. de rente mag worden herzien.
Om hieraan te voldoen, wordt bij de keuze voor rentelooptijd rekening gehouden met een goede spreiding van de aflossingen over de jaren. Het beleid binnen de gemeente Deventer is om materiële vaste activa zoveel mogelijk met lange financieringsmiddelen af te dekken (de gouden balansregel). Daarnaast wordt de hoogte van de aflossingen en de afschrijvingen zoveel mogelijk op elkaar aangesloten om ten eerste te voldoen aan de “gouden balansregel” en ten tweede om te voldoen aan een sluitende cashflow stroom.
De onderstaande tabel geeft het verwachte verloop van de renterisiconorm weer voor de jaren 2023 tot en met 2026. In alle jaren is er voldoende ruimte om binnen de limiet te blijven.
(bedragen x €1 miljoen) | ||||
Renteresultaat | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
Renterisico op vaste schuld | ||||
1a Renteherziening op vaste schuld (o/g) | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
1b Renteherziening op vaste schuld (u/g) | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
2 Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
3 Betaalde aflossingen | 16,4 | 38,4 | 21,9 | 17,6 |
4 Renterisico op vaste schuld (2+3) | 16,4 | 38,4 | 21,9 | 17,6 |
Renterisiconorm | ||||
5 Stand van de begroting per 1 januari | 455,1 | 431,4 | 402,0 | 395,5 |
6 Het bij ministeriele regeling vastgestelde percentage | 20,0% | 20,0% | 20,0% | 20,0% |
7 Renterisiconorm | 91,0 | 86,3 | 80,4 | 79,1 |
Toets renterisiconorm | ||||
8 Renterisiconorm | 91,0 | 86,3 | 80,4 | 79,1 |
9 Renterisico op vaste schuld | 16,4 | 38,4 | 21,9 | 17,6 |
Ruimte (+) / Overschrijding (-) (8-9) | 74,6 | 47,9 | 58,5 | 61,5 |
Renterisico op kortlopende financiering
Zeker bij financiering met kortlopende contracten kan het gevolg van rentewijzigingen op de totale rentelasten aanzienlijk zijn. De gemeente Deventer gebruikt kortlopende financiering daarom enkel om schommelingen in de liquiditeitspositie op te vangen en niet voor het financieren van langlopende investeringen.
De kasgeldlimiet geeft de toelaatbare omvang van de netto vlottende schuld aan en dient derhalve om het renterisico op de korte termijn te beheersen. De limiet (circa € 31,5 miljoen) bedraagt een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage (8,5%) van de begrote gemeentelijke uitgaven (circa €370 miljoen).
De gemeente heeft ervoor gekozen om een kredietlimiet te gebruiken ter hoogte van €28 miljoen om schommelingen in de beschikbare liquiditeit op te vangen, aangevuld met een intra-dag limiet van €2 miljoen. Dit betekent dat de gemeente in beginsel altijd voldoet aan de kasgeldlimiet. In de kwartaalrapportages wordt gerapporteerd of de gemeente daadwerkelijk aan deze verplichting heeft voldaan.
Overschrijding van de kasgeldlimiet heeft formele consequenties wanneer dit langere tijd aanhoudt. De provincie dient als toezichthouder op de hoogte te worden gebracht wanneer er in drie opeenvolgende kwartalen sprake is van een overschrijding. De afgelopen jaren is hiervan geen sprake geweest.
Liquiditeitsrisico
Liquiditeitsrisico kan zich voordoen wanneer de gemeente geconfronteerd wordt met een onverwachte mismatch tussen inkomsten en uitgaven die niet opgevangen kan worden uit de beschikbare liquide middelen. De gemeente probeert dit risico te beperken door een buffer aan te houden op zowel de rekening-courant als de beschikbare kredietlimiet. Door overtollige liquide middelen af te romen naar het schatkistbankieren wordt er bovendien voor gezorgd dat de centrale Treasuryfunctie altijd toegang heeft tot het grootste deel van de liquide middelen en wordt versnippering van geld op verschillende kas- en banksaldi beperkt.
In december 2013 is het zogenoemde schatkistbankieren ingevoerd. Dit betekent dat de gemeente wettelijk verplicht is om tijdelijk overtollige middelen (liquiditeitsoverschotten) die boven een wettelijk geregeld saldo (2% van het begrotingstotaal) uitkomen, moet stallen bij het Rijk. De gemeente Deventer heeft dit gewaarborgd door ervoor te zorgen dat een positief saldo op de lopende rekeningen automatisch wordt afgeroomd boven een bepaald bedrag. In de kwartaalrapportages wordt gerapporteerd of de gemeente daadwerkelijk aan deze verplichting heeft voldaan.
Kredietrisico
Kredietrisicobeheer kan worden omschreven als het beheersen van risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid van een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van betalingsverplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of te kort aan liquide middelen. Uitzettingen kunnen echter op grond van het treasurystatuut slechts plaatsvinden uit hoofde van de uitvoering van een publieke taak. De kredietrisico’s zijn daarmee beperkt tot situaties waarin één van de partijen waaraan de gemeente leningen heeft verstrekt niet in staat is om deze terug te betalen. In die gevallen ontstaat een risico dat de gemeente de betreffende lening moet afschrijven. De tabel in paragraaf 1.5.4.4 toont de hoofdsom per tegenpartij. Zoals te zien bedraagt het maximale kredietrisico op één partij €12,7 miljoen (Deventer Sportbedrijf).
Het EMU saldo van de gemeente Deventer draagt bij aan het totale EMU saldo van het Rijk en alle mede-overheden. De berekening van het EMU saldo gaat uit van ontvangsten en uitgaven en wijkt daarom af van het saldo van baten en lasten zoals dat in de begroting is gepresenteerd. Bij een sluitende begroting kan een gemeente daardoor toch een negatief EMU-saldo hebben.
In 2018 hebben Rijk en mede-overheden afgesproken dat het EMU tekort van mede-overheden in de periode tot en met 2022 maximaal -0,4% BBP mag bedragen. Jaarlijks wordt in de septembercirculaire door het Rijk aangegeven wat op basis van dit percentage het gewenste maximale EMU saldo per gemeente is (de referentiewaarde). Voor Deventer is dit een EMU saldo van €-13,7 miljoen. De referentiewaarde is indicatief en overschrijding door een individuele gemeente heeft geen directe consequenties.
Onderstaande tabel toont de opbouw van het EMU saldo op basis van het hiervoor opgestelde CBS schema. Het EMU saldo is in de begrotingsjaren gunstiger dan de referentiewaarde.
(bedragen x €1.000) | |||||
Omschrijving | Omschrijving | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
Mutaties activa | Financiële vaste activa | -983 | -787 | -772 | -736 |
Liquide middelen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overlopende activa | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Uitzettingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutaties passiva | Vaste schuld | -6.432 | 1.561 | -13.888 | -1.643 |
Vlottende schuld | 9.975 | 1.281 | 10.105 | -15.181 | |
Overlopende passiva | 0 | 0 | 0 | 0 | |
EMU saldo | -4.526 | -3.629 | 3.011 | 16.088 | |
EMU referentiewaarde | -13.688 | -13.688 | -13.688 | -13.688 | |
Ruimte (+) / Overschrijding (-) tov referentiewaarde | 9.162 | 10.059 | 16.699 | 29.776 |