Beleidsuitgangspunt rechten

Door het karakter van de rechten als bestemmingsheffing is er een duidelijke relatie tussen de opbrengst van de rechten en de kosten van de door de gemeente te leveren tegenprestatie. Beleidsuitgangspunt is om die reden de kostendekkendheid van de betrokken tegenprestatie c.q. het overheidsproduct.
De kostendekkendheid bepaalt in principe het in rekening te brengen tarief. Binnen strikte regels mag binnen de leges de meeropbrengst van de ene heffing worden gebruikt voor de dekking van andere kosten. Voorwaarden zijn dat we rekening houden met aspecten zoals het verbod op willekeur, het evenredigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel en de Europese Dienstenrichtlijn.
Het beleid is dat tarieven zoveel mogelijk kostendekkend zijn. In een aantal gevallen is dat structureel niet mogelijk. De infrastructurele kosten van bruggen en kades zijn bijvoorbeeld zo hoog dat het niet haalbaar is de kosten in zijn geheel te verhalen op de gebruikers van de haven.
De invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen leiden tot grote wijzigingen in de legesverordening. Momenteel is er nog geen definitief besluit genomen of de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging daadwerkelijk per 1 januari 2023 inwerking treedt. De besluitvorming hierover door Eerste Kamer is half november (8 en 15) gepland. Bij het opstellen van de legesverordening 2023, de tarieventabel en de kostenonderbouwingen gaan wij er van uit dat de invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen doorgaat.